fbpx

Coping
vragenlijst

Hieronder staan een aantal beschrijvingen die aangeven wat men zoal kan denken of doen als er problemen zijn.

Wilt u achter iedere zin aangeven hoe vaak u in het algemeen op de beschreven manier reageert. U kunt dit doen door bij iedere zin één antwoord te kiezen.

Er zijn geen goede of slechte antwoorden

    1. Je bedenken dat er nog wel ergere dingen kunnen gebeuren

    2. Probeer je te ontspannen

    3. Je volledig afzonderen van anderen

    4. Je ergernis laten blijken

    5. De zaken somber inzien

    6. Je met andere dingen bezighouden om niet aan een probleem te hoeven denken

    7. Laten zien dat je kwaad bent op degene die verantwoordelijk is voor het probleem

    8. Toegeven om moeilijke situaties te vermijden

    9. Je neerleggen bij de gang van zaken

    10. Je zorgen met iemand delen

    11. Direct ingrijpen als er moeilijkheden zijn

    12. Tegen jezelf zeggen dat het allemaal wel mee zal vallen

    13. Problemen als een uitdaging zien

    14. Je zorgen tijdelijk verdrijven door er even uit te gaan

    15. De kat uit de boom kijken

    16. Spanningen proberen te verminderen door bijv. meer te roken, drinken, eten of beweging nemen

    17. Afleiding zoeken

    18. Een probleem van alle kanten bekijken

    19. Moeilijke situaties zoveel mogelijk uit de weg gaan

    20. Optimistisch blijven over de toekomst

    21. Kalm blijven in moeilijke situaties

    22. Verschillende mogelijkheden bedenken om een probleem op te lossen

    23. Doelgericht te werk gaan om een probleem op te lossen

    24. Piekeren over het verleden

    25. Opgewekt gezelschap zoeken als je je zorgen maakt of van streek bent

    26. Proberen je te onttrekken aan een situatie

    27. Je spanningen afreageren

    28. Wachten op betere tijden

    29. Iemand om hulp vragen

    30. Rustgevende middelen gebruiken als je je gespannen voelt of nerveus bent

    31. Wegvluchten in fantasieën

    32. De zaken eerst op een rij zetten

    33. Je geheel en al in beslag laten nemen door problemen

    34. Aan andere dingen denken die niet met het probleem te maken hebben

    35. Op de één of andere manier proberen je wat prettiger te voelen.

    36. Je bedenken dat anderen het ook wel eens moeilijk hebben

    37. Je bedenken dat na regen zonneschijn komt

    38. Je gevoelens tonen

    39. Troost en begrip zoeken

    40. Moeilijkheden over je heen laten komen

    41. De humoristische kant van problemen zien

    42. Laten merken dat je ergens mee zit

    43. Met vrienden of familieleden het probleem bespreken

    44. De zaak op z’n beloop laten

    44. De zaak op z’n beloop laten

    45. Je niet druk maken: meestal komt alles op z’n pootjes terecht

    46. Je niet in staat voelen om iets te doen

    47. Jezelf moed inspreken bij moeilijkheden

    Verstuur je antwoorden, in een volgend contactmoment ontvang je hiervan de terugkoppeling.